Vertalingen erschießen DE>NL
erschießen
werkw.
durch einen Schuss töten -
doodschieten Der Verbrecher wurde auf der Flucht von der Polizei erschossen. - De inbreker werd op de vlucht voor de politie doodgeschoten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
erschießen (ww.) | afknallen (ww.) ; afschieten (ww.) ; doodschieten (ww.) ; doodvonnis uitvoeren (ww.) ; executeren (ww.) ; fusilleren (ww.) ; neerhalen (ww.) ; neersabelen (ww.) ; om het leven brengen (ww.) ; ombrengen (ww.) ; overhoopschieten (ww.) ; vermoorden (ww.) |
erschießen | neerschieten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `erschießen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abschießenDE: erlegenDE: totschießen