1. MWB
  2. Vertalen
  3. enttäuschen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • enttäuschen > EN • enttäuschen > ES • enttäuschen > FR
Vertalingen enttäuschen DE>NL

I enttäuschen

werkw.
Uitspraak:  [ɛntˈtɔyʃən]

nicht so sein, geschehen oder handeln, wie es jemand gewünscht oder gehofft hat - teleurstellen
Sie ist in ihrem Leben schon oft enttäuscht worden. - Zij is in haar leven al vaak teleurgesteld.
Ich bin sehr enttäuscht, dass er nicht angerufen hat. - Ik ben heel teleurgesteld dat hij niet heeft gebeld.


II enttäuschend

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ɛntˈtɔyʃənt]

deel van de uitdrukking: teleurstellend
eine enttäuschende Erfahrung - een teleurstellende ervaring


III enttäuschend

bijwoord

deel van de uitdrukking: teleurstellend
Die Wahlbeteiligung war enttäuschend niedrig. - De deelname aan de verkiezing was teleurstellend laag.


IV die Enttäuschung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɛntˈtɔyʃʊŋ]
Verbuigingen:  Enttäuschung , Enttäuschungen

1) deel van de uitdrukking: teleurstelling
Das war eine herbe Enttäuschung für uns alle. - Dat was enigszins een teleurstelling voor ons allemaal.

2) deel van de uitdrukking: teleurstelling
Ich habe ihm seine Enttäuschung angesehen. - Ik zag de teleurstelling bij hem.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
enttäuschen (ww.) beschamen (ww.) ; desillusioneren (ww.) ; duperen (ww.) ; frustreren (ww.) ; laten zakken (ww.) ; ontgoochelen (ww.) ; tegenvallen (ww.) ; teleurstellen (ww.) ; vertrouwen schenden (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `enttäuschen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: desillusionieren
DE: frustriert werden