Vertalingen blauäugig DE>NL
blauäugig
bijv.naamw.
1) mit blauen Augen -
met blauwe ogen ein blondes, blauäugiges Mädchen - een blond meisje met blauwe ogen |
2) deel van de uitdrukking: naïef © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `blauäugig`

Voorbeeldzinnen laden....