Vertalingen bestürzt DE>NL
bestürzt | bedremmeld ; beduusd ; beteuterd ; geschokt ; getroffen ; onthutst ; ontredderd ; ontsteld ; ontzet ; paf ; perplex ; van streek ; verschrikt ; ontdaan ; verbijsterd ; verbluft |
Bronnen: interglot; Omegawiki.orgVoorbeeldzinnen met `bestürzt`

Voorbeeldzinnen laden....