Vertaal
Naar andere talen: • aufzählen > ENaufzählen > ESaufzählen > FR
Vertalingen aufzählen DE>NL

I aufzählen

werkw.
Uitspraak:  auɛːlən]

als Liste einzeln nennen - opsommen
Er zählte mir unsere Möglichkeiten auf. - Hij somde mij onze mogelijkheden op.


II die Aufzählung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  auɛːlʊŋ]
Verbuigingen:  Aufzählung , Aufzählungen

deel van de uitdrukking: opsomming

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufzählen (ww.) bijrekenen (ww.) ; bijtellen (ww.) ; erbij tellen (ww.) ; opnoemen (ww.) ; opsommen (ww.) ; optellen (ww.) ; voortellen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufzählen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: nennen