Vertaal
Naar andere talen: • aufrücken > ENaufrücken > ESaufrücken > FR
Vertalingen aufrücken DE>NL

aufrücken

werkw.
Uitspraak:  aufrʏkən]

1) nach vorne gehen und so eine Lücke in einer Reihe schließen - opschuiven , aansluiten
Es geht weiter, rücken Sie bitte auf! - Het gaat door, sluit u alstublieft aan!

2) in eine höhere Klasse, Liga o. Ä. aufsteigen - promoveren , opklimmen
Das Aufrücken in die nächste Klasse ist gefährdet! - De promotie naar de volgende klasse is in gevaar!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
aufrücken (ww.) bevorderd worden (ww.) ; bouwen (ww.) ; construeren (ww.) ; hogerop komen (ww.) ; opschuiven (ww.) ; plaats maken (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; verzetten (ww.) ; zich opwerken (ww.)
das Aufrückenhet oprukken
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `aufrücken`
Voorbeeldzinnen laden....