Vertaal
Naar andere talen: • angehören > ENangehören > ESangehören > FR
Vertalingen angehören DE>NL

angehören

werkw.
Uitspraak:  angəhøːrən]

1) zu einer Gruppe gehören - deel uitmaken , horen bij
Der Regierung gehören derzeit 15 Minister an. - Tot de regering behoorde destijds 15 ministers.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking der Vergangenheit angehören

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
angehören lid zijn van



Voorbeeldzinnen met `angehören`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: gehören