1. MWB
  2. Vertalen
  3. Schlüpfen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Schlüpfen > EN • Schlüpfen > ES • Schlüpfen > FR
Vertalingen Schlüpfen DE>NL

schlüpfen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃlʏpfən]

1) sich aus dem Ei o. Ä. befreien - uitkomen
aus dem Ei schlüpfen - uitkomen uit het ei
Die jungen Schildkröten sind schon geschlüpft. - De jonge schildpadden zijn al uitgekomen.

2) etw. mit einer schnellen Bewegung an- oder ausziehen - aanschieten
in den / aus dem Mantel schlüpfen - de jas aanschieten / uitglippen
in die Schuhe schlüpfen - in de schoenen schieten

3) sich schnell und geschickt irgendwohin bewegen - glippen
durch den Zaun / unter die Decke schlüpfen - door het hek / onder het plafond glippen
Sie schlüpfte unbemerkt aus dem Zimmer. - Zij glipte ongemerkt uit de kamer.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schlüpfen (ww.) kruipen (ww.) ; sluipen (ww.) ; uithangen (ww.)
Schlüpfen glijden ; slippen ; uitkomen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Schlüpfen`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: in die Kleider schlüpfen NL: zijn kleren aanschieten