1. MWB
  2. Vertalen
  3. Nachzügler (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Nachzügler > EN • Nachzügler > ES • Nachzügler > FR
Vertalingen Nachzügler DE>NL

der Nachzügler

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈnaːxʦyːklɐ]
Verbuigingen:  Nachzüglers , Nachzügler

die Nachzüglerin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈnaːxʦyːklərɪn]
Verbuigingen:  Nachzüglerin , Nachzüglerinnen

1) jd, der verspätet ankommt - laatkomer
Wir wollen noch ein paar Minuten auf Nachzügler warten. - Wij zullen nog een paar minuten op de laatkomers wachten.

2) Kind, das erst geboren wird, wenn die Geschwister schon relativ groß sind - nakomertje
Unsere Große studiert schon und Ben, unser Nachzügler, geht in den Kindergarten. - Onze oudste studeert al en Ben, ons nakomertje gaat naar de kleuterschool.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Nachzüglerde achterblijver (m) ; de achtergeblevene ; de laatkomer (m) ; teut (znw.) ; de uitvaller (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Nachzügler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Letzte
DE: Schlußlicht