Vertaal
Naar andere talen: • Knäuel > ENKnäuel > ESKnäuel > FR
Vertalingen Knäuel DE>NL

der/das Knäuel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈknɔyəl]
Verbuigingen:  Knäuls , Knäuel

1) Faden, der zu einer Kugel gerollt oder Papier, das zu einer Kugel zusammengedrückt wurde - kluwen
Für den Schal brauche ich drei Knäuel Wolle. - Voor de sjaal heb ik drie kluwen wol nodig.

2) viele Menschen, die ohne Ordnung zusammengedrängt stehen - kluwen
Ein Knäuel von Fans drängelte sich vor dem Eingang. - Een kluwen fans drong opeen voor de ingang.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Knäuelde dotten ; haarknot (znw.) ; de knoedel (m) ; het knoedeltje ; de knoet (m) ; het knotje ; streng garen (znw.) ; de vlecht ; de wrong (m)
das Knäuelde, het kluwen
Knäuel garenklos ; kluwen ; zaaizaadkluwen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Knäuel`
Voorbeeldzinnen laden....