Vertalingen Körper DE>NL
der Körper
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈkœrpɐ] |
Verbuigingen: | Körpers , Körper |
1) die Muskeln, Organe, Knochen usw., aus denen ein Mensch oder Tier besteht -
lichaam einen muskulösen Körper haben - een gespierd lichaam hebben Er zitterte am ganzen Körper. - Hij trilde over het hele lichaam. Körpergröße - lichaamslengte |
2) der Körper ohne Arme, Beine und Kopf -
lichaam die Arme eng an den Körper pressen - de armen strak langs het lichaam drukken Oberkörper - bovenlichaam Unterkörper - onderlichaam |
3) eine dreidimensionale Figur, ein Gegenstand geometrie -
lichaam Planeten, Sterne und andere Himmelskörper - planeten, sterren en andere hemellichamen Hohlkörper - hol lichaam |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Körper | de anatomie (v) ; de body ; korpus (znw.) ; de lazer (m) ; het lichaam ; het lijf ; menselijk lichaam (znw.) |
Körper | body ; corps ; schacht |
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Körper`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: LeibDE: Rumpf