Vertaal
Naar andere talen: • Gruß > ENGruß > ESGruß > FR
Vertalingen Gruß DE>NL

I der Gruß

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gruːs]
Verbuigingen:  Grußes , Grüße

1) Worte oder Gesten, die man benutzt, wenn man jemanden trifft, ihm schreibt oder sich von ihm trennt - groet
Sie erwiderte meinen Gruß nicht. - Zij beantwoorde mijn groet niet.
Er streckte ihm die Hand zum Gruß hin. - Hij gaf hem een hand ter begroeting.
uitdrukking Mit freundlichen Grüßen, ...

2) Nachricht, die man als Zeichen der Freundschaft an jemanden übermittelt - groet
Bitte richten Sie Ihrer Frau herzliche Grüße von mir aus. - Geeft u uw vrouw mijn hartelijke groeten.
Einen schönen Gruß von deiner Oma, du sollst dich mal wieder melden. - Je oma stuurt je haar groeten, je moet haar weer eens opzoeken.


II grüßen

werkw.
Uitspraak:  gryːsən]

1) deel van de uitdrukking: (be)groeten
Sie grüßt (mich) immer ganz freundlich. - Zij begroet (mij) altijd heel vriendelijk.
Er nickte grüßend. - Hij knikte groetend.
uitdrukking Grüß dich!

2) deel van de uitdrukking: (be)groeten
Grüßen Sie Ihren Onkel von mir. - De je oom de groeten van mij.
Mona lässt dich herzlich grüßen. - De groeten van Mona.
uitdrukking jemand / etw. lässt grüßen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Grußde begroeting (v) ; de groet (m) ; het groeten ; het handgebaar ; het saluut ; de welkomstgroet (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Gruß`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Begrüßung
DE: Diener
DE: Händedruck
DE: Salut