Vertaal
Naar andere talen: • Einfädeln > ENEinfädeln > ESEinfädeln > FR
Vertalingen Einfädeln DE>NL

einfädeln

werkw.
Uitspraak:  ainfɛːdəln]

1) durch das Öhr einer Nadel ziehen - draad in de naald doen

2) sich mit einem Fahrzeug in eine Kolonne einordnen - invoegen
sich in die Abbiegespur einfädeln - op de afrit invoegen

3) auf raffinierte Weise dafür sorgen, dass etw. geschieht - opzet
Der Betrug war geschickt eingefädelt. - Het bedrog was behendig opgezet.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einfädeln (ww.) borduren (ww.) ; inborduren (ww.) ; inbrengen (ww.) ; inpassen (ww.) ; passen in (ww.)
Einfädeln een draad in de naald steken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Einfädeln`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: etwas einfädeln NL: iets (goed enz.) inpikken