1. MWB
  2. Vertalen
  3. überschreiten (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen überschreiten DE>NL

I überschreiten

werkw.
Uitspraak:  [yːbɐˈʃraitən]

1) hinübergehen oder -fahren - overschrijden
Die Truppen überschritten bei Mainz den Rhein. - De troepen staken de Rijn bij Mainz over.
Überschreiten der Gleise verboten! - Het oversteken van het spoor is verboden!

2) über das vorgesehene, erlaubte oder normale Maß hinausgehen - overschrijden
Die Belastung überschreitet jetzt schon die Grenze des Erträglichen. - De belasting overschrijdt nu al de grens van wat nog verdraagzaam is.


II die Überschreitung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [yːbɐˈʃraitʊŋ]
Verbuigingen:  Überschreitung , Überschreitungen

deel van de uitdrukking: overschrijding
ein Bußgeld wegen der Überschreitung des Tempolimits - een geldboete vanwege overschrijding van de maximum snelheid.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
überschreiten (ww.) inbreuk maken (ww.) ; overschrijden (ww.) ; overtreden (ww.)
überschreiten migreren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `überschreiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: hinausgehen über
DE: übersteigen
DE: übertreffen
DE: überziehen