Vertalingen Äußere DE>NL
I äußere
bijv.naamw.
1) außen liegend, auf / an der Außenseite -
buitenste die äußere Hülle - de buitenste bescherming die äußerste Schicht - de buitenste laag |
2) von außen erkennbar -
buitenste Von der äußeren Gestalt her ähneln sie sich. - Van de buitenkant lijken jullie op elkaar. |
3) von außen, von der Umwelt kommend -
van buitenaf durch eine äußere Störung - door een storing van buitenaf |
4) das Ausland betreffend poliek -
buitenland Er arbeitet im Äußeren Amt. - Hij heeft een buitenlandse betrekking. |
II das Äußere
zelfst.naamw.
deel van de uitdrukking: uiterlijk auf ein gepflegtes Äußeres achten - op een verzorgd uiterlijk letten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Äußere | het aanzien ; buitenste (znw.) ; het exterieur ; de figuur ; het uiterlijk |
äußere | extern |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Äußere`

Voorbeeldzinnen laden....