Synoniemen van kruk

• barkruk
• broddelaar
• deurklink
• deurkruk
• hendel
• klink
• klungel
• klungelaar
• kluns
• knoeier
• krukje
• pianokrukje
• poef
• prul
• slinger
• stoethasp
• stumper
• taboeret
• zweng
• zwengel

Puzzelomschrijvingen van kruk:

• Barstoel
• Boekdrukkerswerktuig
• Broddelaar
• Deel van een fiets
• Deel van een kantoorinventaris
• Deel van een machine
• Deurhandvat
• Deurklink
• Deurknop
• Deuropener
• Deursluiting
• Domoor
• Drievoet
• Ferlet
• gereedschap
• Haak van een letterzetter
• Hand
• Handel
• Handgreep
• Handvat
• Handvat(sel)
• Handvatsel
• Hang- en sluitwerk
• Hendel
• Hendel aan de deur
• Huisraad
• Hulpmiddel bij het lopen
• Keer
• Klink
• Klungel
• Klungelaar
• Kluns
• Knoeier
• Knop
• Knop van een deur
• Krap
• Loophulp
• Loopstok
• Meubel
• Meubelstuk
• Meubilair
• Onbedreven persoon
• Onhandig mens
• Onhandig persoon
• Orthopedisch hulpmiddel
• Pianokrukje
• Poef
• Prul
• Prutser
• Slinger
• Staf
• Staphulpmiddel
• Steun bij het lopen
• Steun voor zitten met poten
• Steunstok
• Stoel zonder leuning
• Stoel zonder leuningen
• Stoeltje
• Stumper
• Sufferd
• Sukkel
• Taboeret
• Trap
• Wandelstok
• Werktuig van de boekdrukkers en papiermakers
• Zetel
• Zitbankje
• Zitmeubel
• Zitmeubel met drie of vier poten
• Zitplaats
• Zitplaats aan de bar
• Zweng
• Zwengel

Cryptische omschrijvingen van kruk: