Synoniemen van afgaan

• afdalen
• afstappen
• bezoeken
• blunderen
• een flater slaan
• falen
• floppen
• misgaan
• mislopen
• mislukken
• opzoeken
• stranden
• verkeerd lopen
• verlaten
• vertrekken
• weggaan
• zich blameren

Puzzelomschrijvingen van afgaan:

• Afdalen
• Afgeschoten worden
• Aflaten
• Afnemen
• Afstappen
• Bezoeken
• blunderen
• Drukken
• Ebben
• Een flater slaan
• Een gek figuur slaan
• Een modderfiguur slaan
• Een slecht figuur slaan
• Examen missen
• Falen
• Floppen
• Inwoner van het Midden-Oosten
• Los gaan
• Losgaan
• Meuren
• Misgaan
• Mislopen
• Mislukken
• Naar beneden gaan
• Onderuitgaan
• Ontbranden
• Ontlasten
• Ontlasting hebben
• Ontploffen
• Opzoeken
• Slecht figuur slaan
• Springen
• Stoelgang hebben
• Stranden
• Verlaten
• Verminderen
• Vertrekken
• Volledig falen
• Voor aap staan
• Voor de aap staan
• Voor gek staan
• Weggaan
• Zakken
• Zakken voor een examen
• Zich bespottelijk maken
• Zich blameren

Cryptische omschrijvingen van afgaan:

• Vanwege een blamage van het toneel verdwijnen