Nederlandse synoniemen

Typ een Nederlands woord om de synoniemen te zien

Toon synoniemen (NL)

1025 synoniemen met een `Z`

zich afsloven (2x)
zich afspelen (2x)
zich aftrekken (1x)
zich bedienen (8x)
zich bedwingen (1x)
zich begeven (1x)
zich begeven naar (3x)
zich bevinden (3x)
zich bevrijden (3x)
zich eigen maken (1x)
zich erbij neerleggen (1x)
zich haasten (10x)
zich hervinden (1x)
zich kleden (1x)
zich krabben (1x)
zich kunnen bedruipen (1x)
zich langzaam voortbewegen (1x)
zich laten gevallen (2x)
zich laten welgevallen (1x)
zich lovend uitlaten (2x)
zich matigen (2x)
zich misrekenen (1x)
zich mooi maken (7x)
zich neerleggen bij (1x)
zich neerzetten (1x)
zich nestelen (1x)
zich ontlasten (1x)
zich ontsluiten (1x)
zich ontspannen (1x)
zich opdirken (1x)
zich ophopen (1x)
zich opsmukken (4x)
zich opstapelen (1x)
zich over geven (1x)
zich overgeven (4x)
zich prostitueren (1x)
zich realiseren (1x)
zich schamen (1x)
zich sluiten (1x)
zich snel voortbewegen (4x)
zich spoeden (13x)
zich staande houden (1x)
zich stil verwijderen (1x)
zich terugtrekken (1x)
zich thuisvoelen (1x)
zich tooien (1x)
zich uiten (1x)
zich uitleven (1x)
zich uitrusten (1x)
zich verheugen op (1x)