Nederlandse synoniemen

Typ een Nederlands woord om de synoniemen te zien

Toon synoniemen (NL)

3447 synoniemen met een `V`

verpieteren (2x)
verplaatsbaar (10x)
verplaatsbaarheid (1x)
verplaatsen (26x)
verplaatsing (8x)
verplanten (1x)
verpleeghuis (3x)
verpleeginrichting (4x)
verpleegkun (1x)
verpleegkunde (1x)
verpleegkundige (1x)
verpleegster (1x)
verpleegtehuis (2x)
verplegen (2x)
verpleger (10x)
verpleging (4x)
verplegingsofficier (2x)
verpletteren (6x)
verpletterend (2x)
verplettering (2x)
verplicht (9x)
verplicht zijn (2x)
verplichten (1x)
verplichting (7x)
verpozen (4x)
verpozing (13x)
verpraten (1x)
verprutsen (9x)
verpulveren (5x)
verra (2x)
verraad (2x)
verraden (10x)
verrader (2x)
verraderlijk (6x)
verrassen (8x)
verrassend (2x)
verrassenontdekking (1x)
verrassing (2x)
verrast (1x)
verrast opkijken (2x)
verreden (1x)
verregaand (1x)
verregaand zedenloos (2x)
verreiken (1x)
verreikend (1x)
verreikend uitzicht (2x)
verrekenen (12x)
verrekening (5x)
verrekijker (2x)
verrekken (7x)
verschil maken (2x)
verschillen (11x)
verschillend (12x)
verschillende (6x)
verschillendheid (2x)
verschimmelen (2x)
verscholen (5x)
verschonen (7x)
verschoning (9x)
verschoonbaar (1x)
verschoppeling (3x)
verschoten (4x)
verschraald (1x)
verschralen (1x)
verschrikkelijk (17x)
verschrikken (5x)
verschrikking (9x)
verschrikkingen (3x)
verschrikt (8x)
verschroeid (2x)
verschroeien (4x)
verschroeiing (1x)
verschrompelen (5x)
verschuifbaar (3x)
verschuifbare sluiting (3x)
verschuilen (3x)
verschuiven (22x)
verschuldigd (1x)
verschuldigde (5x)
versdeel (1x)
versgebakken (1x)
versie (3x)
versierd (1x)
versierder (5x)
versieren (15x)
versierende omzoming (1x)
versierenomzoming (2x)
versiering (25x)
versiering van rafels (1x)
versieringen (1x)
versieringen aanbrengen (5x)
versiersel (15x)
versjacheren (1x)
versjteren (1x)
verslaafd (2x)
verslaafde (2x)
verslaafdheid (3x)
verslaan (12x)
verslag (12x)
verslag uitbrengen (3x)
verslagen (9x)
verslagenheid (2x)
verslaggeefster (3x)
verslaggever (8x)
verslaggeving (1x)
verslappen (8x)
verslapping (2x)
verslapt (2x)
verslavend middel (2x)
verslaving (4x)
verslechteren (1x)
verslechtering (2x)
verslepen (1x)
versleten (8x)
verslijten (3x)
verslinden (6x)
verslingerd (1x)
verslingerd aan (2x)
versloffen (1x)
verslonzen (1x)
versluierd (4x)
versluieren (12x)
versluiering (1x)
versmaad (1x)
versmaat (2x)
versmachten (4x)
versmallen (1x)
versmelten (4x)
versmelting (2x)
versnapering (6x)
versneld (2x)
versnelgang (2x)
versnellen (5x)
versnelling (4x)
versnellingshandel (1x)
versnellingshendels (3x)
versnellingspoken (3x)
versnijden (5x)
versnijding (2x)
versnipperen (3x)
versnippering (2x)
versoberd (1x)
versoberen (4x)
versomberen (2x)
verspelen (3x)
verspenen (1x)
versperren (5x)
versperring (6x)
verspieden (1x)
verspieder (1x)