Nederlandse synoniemen

Typ een Nederlands woord om de synoniemen te zien

Toon synoniemen (NL)

2936 synoniemen met een `O`

ontslagen worden (3x)
ontslapen (8x)
ontsloten (2x)
ontsluieren (2x)
ontsluiten (8x)
ontsluiting (2x)
ontsmet (1x)
ontsmetten (1x)
ontsmettingsmiddel (1x)
ontsnappen (12x)
ontsnappen aan (4x)
ontsnapping (5x)
ontsnappingsmogelijkheid (1x)
ontsnappingsroute (1x)
ontsnapt (1x)
ontsnapte (1x)
ontspannen (5x)
ontspannend (1x)
ontspanning (4x)
ontsporen (3x)
ontspringen (5x)
ontspruiten (12x)
ontstaan (7x)
ontstaan uit (3x)
ontstaat (1x)
ontsteken (9x)
ontsteking (5x)
ontstekingsvocht (1x)
ontsteld (12x)
ontsteldheid (2x)
ontstellen (6x)
ontstellend (5x)
ontsteltenis (3x)
ontstemd (8x)
ontstemdheid (1x)
ontstemmen (1x)
ontstentenis (2x)
ontstoken (1x)
ontstrengelen (2x)
onttakelen (6x)
onttakeling (1x)
onttrekken (5x)
onttrekking (1x)
ontucht (1x)
ontuchtig (5x)
ontuchtigheid (1x)
ontvallen (2x)
ontvangbewijs (3x)
ontvangen (10x)
ontvanger (3x)
ontwikkelingsstadium (3x)
ontwikkelingswerk (1x)
ontworpen (1x)
ontworstelen (1x)
ontwortelen (1x)
ontwrichten (10x)
ontwrichting (1x)
ontwringen (3x)
ontzag (3x)
ontzag inboezemen (1x)
ontzaggelijk (3x)
ontzaglijk (5x)
ontzagwekkend (10x)
ontzeggen (1x)
ontzegging (1x)
ontzenuwen (2x)
ontzet (12x)
ontzetten (8x)
ontzettend (11x)
ontzettend lang (1x)
ontzetting (9x)
ontzield (3x)
ontzien (5x)
onuitblusbaar (1x)
onuitgemaakt (1x)
onuitgesproken (2x)
onuitroeibaar (1x)
onuitstaanbaar (5x)
onuitvoerbaar (6x)
onuitwisbaar maken (1x)
onvakkundig (1x)
onvast (9x)
onvatbaar (2x)
onvatbaarheid (1x)
onvatbaarheid voor ziekte (1x)
onveilig (1x)
onveiligheid (1x)
onverandelijk (3x)
onveranderbaar (1x)
onveranderd (1x)
onveranderlijk (3x)
onverantwoord (1x)
onverantwoordelijk (2x)
onverbeterlijk (2x)
onverbiddelijk (8x)
onverbiddelijke (2x)
onverbiddelijkheid (3x)
onverbloemd (10x)
onverbreekbaar (1x)
onverbrekelijk (3x)
onverdacht (3x)
onverdedigbaar (2x)
onverdedigd (1x)
onverdraagbaar (1x)
onverdraaglijk (2x)
onverdraagzaam (6x)
onverdraagzaamheid (1x)
onvereffend (2x)
onverenigbaar (6x)
onverenigbaarheid (3x)
onverflauwd (1x)
onvergankelijk (3x)
onvergelijkbaar (6x)
onvergelijkelijk (11x)
onvergelijkelijkheid (1x)
onvergetelijk (2x)
onvergetelijke (1x)
onverhinderd (1x)
onverhoeds (11x)
onverholen (17x)
onverklaarbaar (2x)
onverklaarbaarheid (2x)
onverklaard (2x)
onverkort (2x)
onverkwikkelijk (15x)
onverlaat (6x)
onverlet (1x)
onverlicht (3x)
onvermengd (3x)
onvermijdbaar (1x)
onvermijdelijk (6x)
onvermijdelijkheid (1x)
onverminderbaar (1x)
onverminderd (4x)
onvermoed (1x)
onvermoeibaar (4x)
onvermogen (3x)
onvermogend (9x)
onvermurwbaar (9x)
onvermurwbaarheid (1x)
onverplicht (3x)
onversaagd (6x)
onversaagdheid (3x)
onverschillig (11x)
onverschillig wat (1x)
onverschilligheid (8x)
onverschrokken (18x)
onverschrokkenheid (6x)
onverslijtbaar (2x)
onversneden (1x)