


| jeuig sjeuig |


| haaiig lawaaiig kwaaiig twee-eiig heiig keiig geleiig kleiig eeneiig goeiig armoeiig weeig lacherig klagerig plagerig vijfenvijftig negenenvijftig zevenenvijftig eenenvijftig vierenvijftig zesenvijftig achtenvijftig vijfentachtig negenentachtig zevenentachtig eenentachtig prentachtig vierentachtig zesentachtig achtentachtig vijfennegentig negenennegentig eenennegentig vierennegentig zesennegentig achtennegentig vijfenzeventig eenenzeventig | vierenzeventig zesenzeventig achtenzeventig vijfentwintig honderdvijfentwintig negenentwintig zevenentwintig eenentwintig vierentwintig zesentwintig achtentwintig elfendertig vijfendertig negenendertig zevenendertig eenendertig vierendertig zesendertig achtendertig vijfenveertig negenenveertig zevenenveertig eenenveertig vierenveertig zesenveertig achtenveertig vijfenzestig negenenzestig zevenenzestig eenenzestig vierenzestig zesenzestig achtenzestig jeuig sjeuig uiig buiig |


: Voor de professionele rijmpiet.
: Voor de doorsnee-Piet
: Voor de amateur-Piet.