Graauws

Graauws bevat 67 gezegden, 446 woorden en 0 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

67 gezegden

bekijk het maarge keut ur aanangen
beledigd zijnin ouwen keutel gepikt zijn
daar ga je problemen mee krijgendaor gaoi nog een pijp van roken
dat is een gierigaarddie zit op zijn hèld
dat is geen knappe ...die is te leluk om vreten te geven mee nen riek
dat maakt geen verschildan slaag de buts de buil
dat schiet lekker op!da legt teminste pad af!
de hond in de pot vindende'n ond is over taofel
diaree hebbenas ne reiger van zeven meter in een fles
die is niet slimdie et buskruit nie uitgevonnen
doe de deur eens dichtgooitie plank is in da gat
doe dit maar eensgaot ter maor aon staon
een ezel stoot zich geen tweemal aan een steenge kom slimmer van de mart als agger naor toe gaot
een mooie vrouw tegenkomenank zoon muis op zolder oai, dan sloak de kat dood.
er altijd zijn als er iets te halen iser mee nen riek gestoken zijn
er is hier niets te drinkenut is ier een droge bedoenink
er is niets aantis all gal
er vandoor gaanje biezen pakken
er was niets aan / het was ongezelligvan een kouwe kermes thuiskommen
ga een opzijgaot is uit mijnen schietlap
gaan slapenvoor anker gaon
geef ons nog iets te drinkenlaot den aoker nog maar is zakken
groot zijnuit de kluiten gewassen zijn
heel dom zijnzo stom als tachterste van een verken
het haalt niets uitaon een dood pjért trekken
het komt niet zo nauw't kom nie op ne juinepel
het komt niet zo nauwhet steekt nie op nen bos peeen
hij draait alle kanten uitei schiet van juut naar jér
hij draait alle kanten uithij draait als een keutel in een pispot
hij had beter niet kunnen trouwenij ad beter in zijn broek kunnen schijten
hij wilde dat per se hebbenei wou ta malgeréé én
ieder het zijn gewoonteslands wijs slands eer
ieder zijn gewoonteslands wijs slands eer
iemand niets geleerd krijgeneen olifant leren kousen stoppen
iemand voor de gek houdeneenen ne pee stoven
iets niet kunnen zienik zie niks ouw hemde zit ter voor
in de luwteonder 'd opper
je bent een leuke meidammen ouw nie oien en de voordeur, moestem alt lest achter noar binnen
je bent er nog lang nietge zij nog nie bij de nieuwe petetten
je bent niet goed bij je verstandge zij van de ratten besnuffeld zeker
je kan met hem niets doendoar zit niks in as stront en derms
kijk uitkijk uit ouw doppen
loens kijkenmee ou links oog in ijouwen regsen broekzak kijken
man gaat plassenij gao zijn petetten afgieten
met iets te laat komenmee vijgen nao paosen kommen
nergens vanaf wetenvan toeten noch blaozen weten
niet goed bij je hoofd zijnzo zot as ne juin
niet goed wijs zijnnie goe snik zijn
niet verlegen zijnnie op zijn mondsjen gevallen
niets in te brengen hebbengenen puit te biechten hebben
niets in te brengen hebbenonder de slof zitten
nog een pilsje graaglaot den aoker nog us zakken
op je nummer gezet wordende wind van voren krijgen
overdrijvenvan een mug nen olifant maoken
pech hebbenge wur alt overreeen deur een strontkaar, nooit deur ne mercedes
thuis blijvenop de deur passen
u ziet maarge keu de'r aon angen
vaak liegenvan deeste leugen nie gebosten zijn
van gedachten veranderenover stag gaon
vieszo zwart as moorken zijn kloten
vreemd gaaneen scheve schets raijen
vreemd gaannaast de pot pissen
weer wat gekregen hebbeneen vliegende kroai e méér as un zittende
weet je dat niet?komde gij van Lillo af?
zeer dom zijnzo lomp als 't achterste van een verken
zich van niets bewust zijnvan Lokeren kommen
zoek daar eenskijk is onder de buittelling

446 woorden

A

aan de voorzijde / achterzijdevavoren / vanachter
aardappelenpetetters
aardappelen prakkenpetetten dedderen
aardappelmespuntmes
aardappelpureegestampte petetten
aardappelschilmespuntmes
aardbeijèrebees
accordeontrekzak
ademossum
afslaanafslaon
asbakassiebak

B

bagagedragerbahôziedraoger
bakkebaardenfazzen
barstenbosten
bednist
beeremmerbjèrloet
beetjebitsjun
beitelbéétel
Belgiebelgen
besbees
bezembessem
bidprentjebieleken
bieropeneraftrekker
biertjepintjun
bietbéét
bigkuut
bijbie
bijdehand meisjeakkertissie
bisschopbiskop
blaadjebladsjun
bliksemenemelichten
blikstaalpisbakkenstoal
bloemblom
bodemboom
bordjeschotelkun
borstelveger
borstenjopen
boterbloembooterblom
boterhammenstikken
botsauto'sotoskoeter
botsenknotsen
brandneteltingel
broodjes in de lengte gevuld met bakkersroompreuten
brutaalastrant
brutaal kindastranterik
buiten spelafsijt

C

chocoladesjoklat
condoomcapotjen
copulerenpoepen
cultivatorkulefaoter
cultiverenkulefaoteren

D

daarnaastdurneevust
dakkapelkoekoek
dat zeg ik tegen jouda zek ou
dekselscheel
deukbuts
dijkovergangapril
dobbelentritsen
domlomp
domme krachtkelderwin
dommektachtkelderwin
domoortroeten
doopsuikerkîndjeskak
doormiddent'alvendeur
doptjoep
dorpeldurpel, drempel
dorsendussen
dorsmachineduskas
dove netelstekel
drempeldurpel
duivenmandduivenkeef

E

een hondnun ond
eendpiel
egeede
egelstekelvèrken
eggenslechten
eiaai
eikeeck
eindstuk
eindjestukskun
elastiekrekker
elektriciteiteletriek
elkaarmekoar
emailglaziest
enkelknoesel
enkelknoessel
er vandoor gaandur uit kaaien
ergvreed
ergensieverast
erwtjèrt
etenszakjeknapzak

F

feestavondtjèrdag
finishmeet
frituurfrietkot

G

gaangoan
gaarzocht
gaatjepietenolleken, gatsjen
garageharosie
gardeklutser
garnaalgjernout
geeuwenhaopen
gevangenisút kot, den bak
gewoonnormoal
gezegdgezeed
gezichtwezen
gezouten vleesnun zouten ast
gezouten vleespekelvlees
gierbjèr
gierschepbjérloet
gijpendeur de wind gaan
glijbaanglaajbaan
glijdenslieren
graaggjéren
grapjasnannewuiten
grasgos
greppelgrip
gulpklip

H

haagwjèr
haakjeoakskun
haastoast
haastenaffeseren
hamesp
hameroamer
handjevolaffelkun
handschoenvingerlingewant
handvatun oor
haringjérk
harkrijf
harmonicamonnikka
hegwjér
heggeschaarwjérschér
heikantden aaikant
hekekken
hemdemde
hengelviskodde
hengstingst
hennepkemp
hoedoet
hokkot
hokjekotsjun
hommelbrombie
hondont
hoofdkaasgroost
hooimijtooischelf
horlogeloozie
huisjekokkerolleken
hulstulst
hutspotkluts

I

ijsjeijskoudsjen
ikn' kik
ingebouwde kastingemoakte kas
injectiespuit
inkorven van de duiveninkéven

J

jacketpietelér
jehe
jijgij
julliegulder

K

kaarskjés
kaartenkaorten
kachelstoof
kadekaai
kalfmutten
karnemelkkjèremelk
karperkèrpel
kasseikalasaai
kastkas
kastanjekastaar
keikaai
kermiskèrmès
kersenkazzen
kettingkettuk
keukenbakkeet
kikkerpuit
kikkervisjedikkopke
kindkleinen
kinderenkleinemannen
kinderkoppenkallesaijen
kiphoender
kipkieken
kloosterzandeklôôster
knotwilgkopboom
kofferbakkattembak
kookpankastrol
kookpotkastrol
kozijnkallesijn
krabben (schaaldieren) krabbes
kruisbesstekelbees
kuikenkieken
kuikensjiepken
kuit (van een vis) kieter
kuitenkieten
kunstgebitvalse tanden
kwajongensnotneus
kwastverfbostel
kwispelenrokelen

L

laarzenbotten
ladderleer
ladeschuif
lamswaarde't eilig land
lantarenpaallantjèrenpoal
lastpakvervelegaart
lawaailaweit
leeggietenuitgieten
leeraarmeester
leukleutig
lieveheersbeestjepieternelleken
lieveheersbeestjepimpampoentje
linoleumballaotem
lolleut
loopneussnotkoker

M

machinemasjien
mandmande
mannetjeskonijnraaier
marktmart
maskermondbakkes
medaillemedaollie
meeuwmik
meewindachterwind
meikevermeulenér
meisjemeisken
merelmjerlon
mesjemesken
mestvaaltmesput
miezerenséverren
moccasininschieter
moddermoor
moestuinlochting
molenmeulen
molenaarmeeloet
molenaarmulder
mondharmonicaschallemaai
mondharmonicaschallemai
mondharmonicaschalmaai
mooischôn
morgenmèren
morgenochtendmèrevroeg
morsenmossen
muggenzifternu zêker

N

naastnevest
nachtjaponsloapkleet
natuurlijkvaneigest
negerzwarten
nergensnieverast
net nietzust nie
niet betrouwbaar persoonne farizeeer
nieuwnief
nieuw namende kauter
nijptangknijptang
notenboomnoteljèr
nutteloos iemandkloteklapper

O

omslagdoekneusdoek
ongeveerontrent
onkruidvuil
onnozelaarwuiten
onrustig iemandne wietel
ontbijtkoekpompkoek
ontkennenafstraaien
onvriendelijke vrouwpekelteef
oogstenmennen
opscheppengrôôtbroeken
opschepperstoefer
opschepperstoefer, blaheur
opschietenaffeseren
opsteekzolderschelft
opzijaon de kant
orgelurhel
overgevenspoegen, kotsen
overhemdschabbe

P

paalpoal
paardpjerd
paardenbloembeddezeeker
paardenbloempisblom
padpuit
palingpolluk
pantoffelslof
parelhoenpielepetaan
parfumruukendegoed
pastoorpaster
patatfruut
patatkraamfrietkot
pauwpahoo
peerpjér
pekelharingpekeljerick
peluwhoofpullem
perzikpaz
petklak
petroleumpetrolie
piekerenprakkezéren
pijnzeer
pissebedbêddezeeker
plasticplastiek
plaveiselplasier
popispot
politiepliessie
polshorlogelozie
pootje lichtenpootsjen scheppen
populierwaaiboom
potgrondboomjér
prakkendedderen
preipieraai
prei met eipieraai mee een aai
prentjebieleken
prikkeldraadpindroad
puistpukkel
putjeputjen

R

ragebolkoppejoager
ragebolspinnekopbostel
reep chocolakwatta
regenwormpiezewieter
roddeltantekommeer
rode bietjeskroten
roerzeefpazzefiet
rondjerondsjun
roodharig iemandrosten
roombotergoeieboter
rozenkranspaternoster
ruzieambras

S

safraansollefraon
schaarschjeir
schaatsenschetsen
schaduwlommerte
schafttijdschoftijd
ScheldevaartshoekSchelfoutsoek
schilderenverven
schoffelkapper
schommelbeis
schoorsteenschouw
schorsenerenschorsneelen
schouderschouer
schuurborstelplatte zeug
schuurdeurmendeur
schuurtjestal
seringenkruinagels
sinaasappelappelsien
slasalaoj
slagerslachter
slakslek
sleutelsleuter
slipperssletsen
snelheidhaanck
soeplepelpollepel
spaspaoj
spaakspeek
spijkernoagel
spittensputten
spullengerief
spuwenspuggelen
staartkôdde
staartstjèrt
stamppotkluts
stekelbaarsstekelbagger
stille jongendroogkloot
stoofpeerbraokel
straflokaalkolenkot
strakssebiet of botskes
strakssebietjes
struikelensoesselen
stuiverkluit
stukkaduuk
stuknoar de klooten

T

tabaktoebak
tafeltoffel
tafeltjetoffelken
tarweterf
tegenwind hebbende wind vol op de kop
tekenteejken
terrasplassier
toiletplee
tomaattommoat
toneel voorstellingkosjér
torenvalkklamper
treintreyn
troffeltraweel
trotsgrootzug
trots iemandkusmijkloten
trottoirplassier
tuinnof
turfdjérk

U

uhij
uijuin
urinerenzeiken, zeeken, pissen

V

vaarsvjès
vallenstuiken
van begin tot eindlangsenen
vanzelfsprekendvaneigest
varkenvèrken
veiligheidsspeldtoespel
veldmuisjedolksken
vensterraom
ventielsjepap
verweit
verderwijer
vergietstramijn
verkeringvraajer
verkoudheidsnuiverik
verschillendanders
vervelende vrouwpikketein
verzamelaarNecker
viespeukmottegaort
vindenvinnen
vingerhoesjeuisel
vishengelviskodde
vittenkuuren
vlaamsbêls
vlieringopperste
vlugschielig
vogelveugel
vorkverket
vuilzo zwart as mooriaan
vuil, viesmottig
vuilniswagenvuilkar

W

wandelenkuieren
wasketelmerremiet
wasknijperoutespel
waslijndroogdraod
waterhoenduikeloender
weduweweef
weduwnaarwevenjér
weiwaai
werdenwieren
werkschoenenkluitschoenen
wijwehj
wolkbreuknen ekkesjêêrt
wolkbreuknun nekkestjêêrt
wordenôôren
wortelenpeejen
worteltjes en erwtjespekus en jertjes
wulkenulleken
wulkenullekes

Z

zachtzocht
zadelzaal
zakdoeksnotlap
zakgeldpré
zeefzift
zeekarpererder
zeewierklakkers
zekeringstop
zeurzevurjèr
zeurenzeveren
zoentoot
zuilpielaor
zwaardzwért
zwaluwzwollu
zwarte nachtschadebostebees
zweefmolenzwier
zwoerdzwjért