Vertalingen afwassen NL>DE
afwassen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfwɑsə(n)] |
Verbuigingen: | waste af (verl.tijd ) heeft afgewassen (volt.deelw.) |
door wassen schoonmaken -
spülen , abwaschen Glazen kun je beter met de hand afwassen. - Gläser kann man besser von Hand spülen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afwassen (ww.) | abwaschen (ww.) ; spülen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afwassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: wassen