Peers

Peers wordt gesproken in Peer en omstreken. Peers bevat 10 gezegden, 121 woorden en 2 opmerkingen. Alle woorden zijn toegevoegd door onze bezoekers.

PDFLog in

10 gezegden

Bikkelhard zijnZoe hel as ne stien
Het regent't Rengert
Ik wil meerIch wil mier
Mia had het heel koud op de marktMia ha bra ka oppe mèrt
Niet meewerkenIn de achterhaam hangen
Voortdurend, om de vijf voetAlle hondsgezèke
Waar ben je?Boe zidde gè?
Waar ligt het knoopje? Buiten in het gootje.Boe ligget kniepke? Bouten int zouwke.
Wat gaan we doen?Wa geun vè doen?
Wat voor hoeden droegen ze?Hoe hie haan z'op?

121 woorden

A

afvalwatermoos, mooskoot
ajuintjesjounekes
autooto

B

bakhuisbakkes
balkenbreikrebout
bangschauw
beemdbamd
beenderenkneek
beetjebitske
beklemdèmig
biddenbèèn
bietkroet
bieten rooienkroeten outdoen
bladluizensmeleve
bloedworstpens
bloempjebliemke, bliemeke
boekbok
broekboks
broerbrier (mv. briers)
broodbroet

D

dakdaak
dakdrup(n)esiëndrep
deurdeer
dommerikbotrik
droogdrieg

E

eekhoorninkbiegel
eekhoorntjeinkkierke
emmeriemmer
erfmesteref

F

fietsvilo

G

geengien
groengrien

H

haagheg
heel koudbra kaat
heethies
helemaalhielegans
hemdheem
hielenvarse
hofhoof
hooischuurdoeligt
houdenhaan

I

inritoorschaat, schoor

J

jajeu /—[ə:]
jeugdjonkheid

K

kaaskèès
katapultflits
kelderkaller
kikkerkwakvors
kikkervisjekoelekèpke
kinderenjing
kiphin (mv. hinnen)
kipkaphièètkèès
klein (rommelig) kotkraupkoot
klein bierglaskapperke
klerenklieër
knieknei
knikkerfrenk
koekoej (mv. kei)
konijnknijn
konijnenhokknijnskooi
kraanvogelskroene kraane
kuikenkiekske

L

loopneussnoterbel
luchtlocht

M

man, echtgenootmins
middagdutje doenn'onnerste haan
mierzeikswurm
moedermoen
moestuinhoof
molmoaterem
molenmele

N

neusnaas
nieuwnouw

O

onderhemdlijfke
onkruid wiedengrien plikken
oudeouwe
oudersaarse

P

paadjepèke
paardenbloempisbloem
pratenkalle
preipoor

R

rillenrijeren
ruziemakenstechelen

S

schaduwkileschaai
schommelsier
schouwschaa
schuurschier, din
schuurdeurschierdeir
slapenslöpen
slootheeld
snuitsnout
speendeem
steenwegstienweeg
stierlooi

T

tafelteufel
tarweterf
tas koffiezjat koffie
thuist(h)ous
thuistoeret
toiletheiske
tomaattemat
treiteraarverrekkeling

U

uitlaatsjarspijp

V

vaatdoekschotelvod
veldwachterbooi
Vlaamse gaaimerkof, merrekof
voetvoet (mv. viet)
vogeljongenkakjong
voorschootscholk
vroegervrigger

W

wasleivit
wasdraadleivisdroad
wasplaatsschommelkoot
watergreppelzouw
wenenbéken
wortelpoet

Z

zakdoekmaaldok
zeugzoog
zoetziet
zuiverzijver
zwakzwaakspiekig

2 opmerkingen

  1. Haad oer pieet toerit = Houdt uw handen thuis

    Goete pa en groete moen = grootvader en grootmoeder
  2. knab (knabben) = stuk hout om op te stoken
    knabbezaag

    heeld = gracht langs weg