Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ontmoedigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ontmoedigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ontmoedig
jij ontmoedigt
hij ontmoedigt
wij ontmoedigen
jullie ontmoedigen
zij ontmoedigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ontmoedigd
jij hebt ontmoedigd
hij heeft ontmoedigd
wij hebben ontmoedigd
jullie hebben ontmoedigd
zij hebben ontmoedigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ontmoedigde
jij ontmoedigde
hij ontmoedigde
wij ontmoedigden
jullie ontmoedigden
zij ontmoedigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ontmoedigd
jij had ontmoedigd
hij had ontmoedigd
wij hadden ontmoedigd
jullie hadden ontmoedigd
zij hadden ontmoedigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ontmoedigen
jij zult ontmoedigen
hij zal ontmoedigen
wij zullen ontmoedigen
jullie zullen ontmoedigen
zij zullen ontmoedigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ontmoedigd hebben
jij zult ontmoedigd hebben
hij zal ontmoedigd hebben
wij zullen ontmoedigd hebben
jullie zullen ontmoedigd hebben
zij zullen ontmoedigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ontmoedigen
jij zou ontmoedigen
hij zou ontmoedigen
wij zouden ontmoedigen
jullie zouden ontmoedigen
zij zouden ontmoedigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ontmoedigd hebben
jij zou ontmoedigd hebben
hij zou ontmoedigd hebben
wij zouden ontmoedigd hebben
jullie zouden ontmoedigd hebben
zij zouden ontmoedigd hebben

Gebiedende wijs
ontmoedig

Aanvoegende wijs
ontmoedige

Voorbeelden

  1. Maak hem niet af, maar ontmoedig hem.
    Don`t kill him, but discourage him.
  2. Verdeel de administratie wijd en ver, ontmoedig het onderzoek.
    Spread the records far and wide, discourage investigation.
  3. Peppino, laat je niet ontmoedigen.
    Peppino, do not get discouraged.
  4. We blijven zulke activiteiten ontmoedigen.
    Our position remains that we discourage such activities.
  5. Ik probeerde haar te ontmoedigen.
    I tried to dissuade her.
  6. En dit moet haar ontmoedigen.
    And this must seem very daunting to her.
  7. Dit soort zaken moeten we ontmoedigen.
    We 've got to discourage this kind of thing.
  8. Laat' t je niet ontmoedigen, Kit.
    Don 't let it beat you, Kit.
  9. Maar Michel liet zich niet ontmoedigen.
    Michel was not to be deterred.
  10. Zelfs jij kan me ontmoedigen, schat.
    You managed to discourage even me, treasure.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden